Bestuur
Rassen
Fokkers
Shows
Activiteiten
Foto's
Algemene
informatie
Lid worden
Trimsalons
Links
Update
|
Standaard FCI nr 125 / 28. 11. 2003 / F
Vertaling aangeboden door B.S.C.B
De Engelse Springer Spaniel, met zijn trouwe, aanhankelijke oogopslag, heeft een
naam voor energiek en enthousiast werk en is sterk gehecht aan mensen in zijn
omgeving. Het is een robust ras dat tegen een stootje kan, zonder extreme
kenmerken te vertonen. Het is een sterke, middelgrote hond, die gebouwd is op
uithoudingsvermogen en dol is op lichaamsbeweging. Hij heeft ook de reputatie
een uitblinker te zijn bij de jacht, het ''springing'' en het apporteren, zowel
te land als in het water. Ook bij gehoorzaamheidstraining doen ze het goed.
Oorsprong
De
oorsprong van de Engelse Springer is moeilijk te
achterhalen. De hond die het dichtst aanleunt zou de
Norfolk Spaniel zijn. De Hertog van Norfolk zou de
schepper zijn van dit ras, maar Norfolk's honden waren
King Charles Spaniels. De Norfolk Spaniel lijkt in
verhouding en kleur heel goed op de Engelse Springer,
hij is alleen kleiner. Het was een knap ras en over
geheel Engeland verspreid, maar de bloedlijn werd niet
altijd zuiver gehouden. De geschiedenis van de Engelse
Springer gaat terug tot 1812. Het is de Boughey- familie
van Aqualate, Shropshire, die erin slaagde de lijn van
de Springers zuiver te krijgen en ook te houden. In 1902
werd dit ras officiëel erkend door de British Kennel
Club.
Indeling FCI
Groep 8
: Wildapporteerhonden
Opstoothonden van wild
Waterhonden
Sectie 2 : Opstoothonden van wild
Met bewijs van werk (werkboekje)
Sociale omgang
Springers leren snel, ze zijn niet éénkennig, houden van
kinderen en willen hun baas graag plezier doen. Af en
toe kunnen ze wel eens koppig zijn. Het zijn honden die
motivatie nodig hebben en graag geprezen worden. Naast
lichaamsbeweging hebben ze ook geestelijk veel
activiteit nodig. Voor een baas die de aandacht ervoor
over heeft, kan een Engelse Springer een fantastische,
sportieve kameraad zijn.
De standaard
Algemeen
Goed
gebouwde, compacte, sterke, actieve hond.
Karakter
Jachthond
Springer is een oude Engelse benaming voor een hond
wiens doel het is om vogels op te stoten en te
apporteren te land en uit het water. Wordt nu nog
gebruikt om wild op te stoten, te apporteren en
natuurlijk voor het plezier.
Eigenschappen
Trouw,
aanhankelijk, enthousiast.
Hoofd en schedel
Schedel
van middelmatige lengte, tamelijk breed en wat rond. Het
hoofd begint bij de voorsnuit, wenkbrauwen of stop
makend, gescheiden door een groef of lijn tussen de
ogen, overgaand naar een duidelijke achterhoofdsknobbel.
De wangen zijn vlak. De voorsnuit is evenredig met de
lengte van de schedel. Goed ontwikkelde neusgaten.
Ogen
Midelgroot, amandelvormig, niet vooruitstekend of
uitzakkend, goed in de oogkas gelegen, geen bindvlies
tonend. Een alerte, vriendelijke uitdrukking.
Hazelnootkleurig. Lichte kleuren zijn niet toegestaan.
Oren
Lobvormig, van gepaste lengte en breedte, tamelijk dicht
aan het hoofd gezet, op ooglijnhoogte. Mooi behaard.
Gebit
Sterke kaken met een volmaakt, regelmatig en volledig
schaargebit, d.w.z. de boventanden vallen juist over de
ondertanden en de tanden staan recht in de kaak.
Hals
Een goede lengte, sterk en gespierd, geen keelhuid,
licht gebogen en spits naar het hoofd toe.
Voorhand
Voorbenen recht en sterke botten. Ellebogen goed gezet
met het lichaam. Sterke en soepele kniegewrichten.
Achterhand
Stevige
achterbenen, kniegewricht en hakken licht gekromd. Dijen
zijn breed, gespierd en goed ontwikkeld. Lompe, grove
hakken zijn ongewenst.
Lichaam
Sterk, noch te kort, noch te lang. Diepe en goed
ontwikkelde borstkas. Goed gewelfde ribben. Lenden
gespierd, licht gewelfd en met elkaar verbonden.
Voeten
Compact, rond, gesloten en met sterke, dikke zolen.
Staart
Laag aangezet, nooit boven de ruglijn gedragen. Goed
behaard en met veel beweging. Niet-gecoupeerd : eveneens
met veel beweging.
Gang - beweging
De voorbenen vertonen een vlot gangwerk, uitgaande van
de schouders. Goed uitgrijpen van de voeten op een
gemakkelijke en vrije manier. Een sterke stuwing vanuit
de achterhand, het ritme volgend van de voorbenen. Bij
trage beweging worden grote, lange passen genomen, wat
kenmerkend is voor dit ras.
Vacht
Dicht
en waterbestendig. Nooit hard. Geen overbeharing op
oren, voorbenen, lichaam en achterhand.
Kleur
Lever -
wit, zwart - wit of één van deze kleuren met
tanaftekeningen.
Schofthoogte
Schofthoogte ongeveer 51 cm.
Fouten
Elke afwijking van de bovenvermelde punten moet als fout
aanzien worden en de mate waarin de fout wordt toegekend
moet in verhouding staan met het geheel.
Opmerking
Reuen behoren voor het oog duidelijk twee waarneembare
testikels te hebben, welke volledig in het scrotum zijn
afgedaald.
|